Een fundamentalist binnen de elite-eenheid van de mariniers

Gemakkelijk beweegt hij zich tussen zwaar­bewapende mariniers op de Truppenübungsplatz Wildflecken in Duitsland. Ds. Gert Pennekamp (51), geestelijk verzorger bij de elite-eenheid van het Korps Mariniers. „Ik ben een fundamentalist.”

De kogels fluiten de manschappen om de oren. Licht- en geluidsgranaten exploderen. In de heuvels van Wildflecken, deelstaat Beieren, Zuid-Duitsland, vallen mariniers een gebouw binnen. Terroristen houden –volgens het oefenscenario– een onbekend aantal gijzelaars vast in het pand.

De mariniers volgen de opleiding voor toelating tot de Maritime Special Operations Forces (Marsof). Deze keurtroepen van het Korps Mariniers voeren bijvoorbeeld geheime missies uit ver achter vijandelijke linies of treden op tijdens grootschalige gijzelingen op Nederlands grondgebied. In Duitsland schieten de cursisten met scherp.

Voor de mariniers staat er veel op het spel. De eisen van de zes maanden durende opleiding zijn hoog. Het doorkruisen van de vuurlijn van een collega tijdens de bevrijdingsactie of een ongewapend slachtoffer neerschieten, betekent einde oefening.

Niet zonder reden. Mariniers opereren soms met gevaar voor eigen leven. „Op de grens van leven en dood kunnen we het ons niet permitteren om genoegen te nemen met een tweede plaats”, verklaarde commandant Richard Oppelaar, begin december bij de viering van 350 jaar Korps Mariniers.

De elitemilitairen staan regelmatig onder hoogspanning. De legerleiding van de Koninklijke Marine, waaronder het Korps Mariniers valt, heeft daarom in oktober besloten een vaste geestelijk verzorger (gv’er) toe te voegen aan Marsof. De legerpredikant is tevens actief voor de Surface Assault and Training Group (SATG), een amfibische eenheid op Texel die snelle, wendbare vaartuigen levert aan bijvoorbeeld Marsof.

Ds. Pennekamp –camouflagepak, kruisje op de schouder– staat sinds oktober paraat voor deze mariniers. „Ik probeer hier een relatie met hen op te bouwen”, vertelt hij op de schietbaan in Wildflecken. „Later kom ik deze mannen weer tegen, in de reguliere eenheden, maar ook in de antiterreur.”

De geestelijk verzorger (gv’er) opereert namens de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) binnen de krijgsmacht. „Ik voel het als een roeping”, benadrukt de predikant. „Ik ben voor deze manschappen het uithangbord, het visitekaartje van de kerk en het geloof.”

Een rode waarschuwingsvlag wappert in de wind. Twee ‘ziekenpa’s’ drentelen rond een groene legerambulance met een rood kruis in Wildflecken. ”Scharfschiessen! Lebensgefahr!” meldt een waarschuwingsbord op de schietbaan. Schieten met scherp blijft levensgevaarlijk.

Ds. Pennekamp begeeft zich onder de zwaarbewapende manschappen. Pakje stroop­wafels onder de arm. „Dat zijn mijn spiegeltjes en kraaltjes”, verklaart hij met een grijns. Het werkt. Een stroopwafel doet wonderen. Contact is snel gelegd.

Ds. Pennekamp, gereformeerd van huis uit, heeft vijf jaar de gemeente Vrouwenpolder en vijf jaar de gemeente IJlst gediend. Vervolgens trad hij aan bij de Koninklijke Marine. Pakweg twaalf jaar is hij actief geweest als vloot­predikant (vlop), waaronder drie jaar op Aruba.

Wijngaard

Een gv’er heeft een bijzondere opdracht, legt ds. Pennekamp uit. „Een krijgsmachtspredikant mag Christus present stellen in die heel rare, vreemde omgeving van defensie. Het is werk in de wijngaard. Een vreemde wijngaard, maar wel Gods wijngaard.”

De vlootpredikant ziet het als zijn roeping om dit „grote verhaal” te vertalen naar het „kleine verhaal” van het persoonlijk leven van de militair. „De samenleving vindt het normaal om bij relatieproblemen je partner in te ruilen. Ik zie het als mijn taak hun te adviseren het niet te snel op te geven en te onderzoeken of het mogelijk is toch bij elkaar te blijven.”

Eruit gekickt

Het werk van een geestelijk verzorger vertoont overeenkomsten met dat van een maatschappelijk werker. Toch is er een wezenlijk verschil, zegt ds. Pennekamp. „Een krijgsmachtpredikant werkt breder, dieper. Het gaat ons om het welzijn van de hele mens. Je mag het wat mij betreft gerust zielzorg noemen.”

Mariniers die vroegtijdig de opleiding tot elitemilitair moeten verlaten, vallen vaak in een gat. „Voor hen vergaat de wereld even”, weet de gv’er. „Ze voelen zich eruit gekickt.” De pastor probeert hen op te vangen, hun een luisterend oor te bieden. „Prachtig werk. Het doet ertoe. Het vertaalt zich niet direct in meetbare resultaten, maar ik mag er zijn voor deze militairen.”

Vreemde eend

Geestelijk verzorgers zijn „een vreemde eend in de bijt” van de krijgsmacht, vervolgt ds. Pennekamp. „Je bent wel in die wereld, maar niet van die wereld. Mijn taak, mijn uitdaging binnen de krijgsmacht is voluit missionair.” Hij glimlacht. „Ik ben een fundamentalist. Een krijgsmachtpredikant staat namelijk op een fundament, het fundament van Jezus Christus.”

Onder militairen, vooral op uitzending, bestaat er belangstelling voor het werk van de gv. „Militairen laten tijdens uitzendingen hun comfortzone achter zich en worden geconfronteerd met de rauwheid van het bestaan. Daarbij komen vaak existentiële vragen en angsten naar boven.”

De vlootpredikant speelt daarop in met individueel pastoraat, maar ook door het beleggen van bijvoorbeeld kerkdiensten. Hij probeert daarbij aan te sluiten bij de belevingswereld van militairen. „Tijdens deze bezinningsmomenten bid ik en lees ik uit de Bijbel. Wij luisteren naar de teksten van moderne muziek van bijvoorbeeld de popgroep U2, maar soms ook naar klassieke psalmen.”

Pop en psalmen, past dat nou bij elkaar? „Voor mij past dat wel. Ze versterken elkaar, vind ik. De combinatie maakt het voor mij mogelijk om te evangeliseren, om in contact te komen met de jongens. Daarom vraag ik militairen vaak om hun favoriete muziek mee te brengen.” Tijdens missies of lange vaarperiodes krijgt de predikant regelmatig tien tot veertig militairen onder zijn gehoor. „Een godsgeschenk dat er steeds weer mensen komen.”

Golgotha

De Bijbel biedt volop aanknopings­punten in de contacten met mili­tairen. „De rafelranden van het leven van geschonden, gewonde mensen komen samen in Christus. In Golgotha, in Pasen. Mensen mogen komen met hun tekorten, hun falen tegenover anderen, richting God. De ultieme verlossing van angsten, tekorten, falen, kortom van hun zonden, is te vinden in Christus.”


Gewapend getuigen

Kerk en krijgsmacht lijken soms mijlenver van elkaar af te staan. Sergeant-majoor Gerwin (39), instructeur bij de 
elite-eenheid van het Korps Mariniers, is echter stellig. „Een christen moet overal in de maatschappij zijn plaats innemen. Ook in het leger.”

De Marsof-instructeur –getrouwd, vader van twee dochters– schaamt zich niet voor zijn geloofsovertuiging, ook niet binnen de krijgsmacht. Regel­matig krijgt hij verbaasde vragen van collega-mariniers. „Ga jij elke zondag naar de kerk…?! „Ja”, zeg ik dan. „Ik ga graag. Ik vind het jammer als ik een keer niet kan.””

Kerk en krijgsmacht zijn voor de marinier –opgeleid als scherpschutter– daarom geen tegengestelde grootheden. „Ik probeer als christen een lampje te zijn in mijn omgeving. Niet met grote woorden, nee. Soms met een enkel woord. Soms door gewoon niets te zeggen.”

De Marsof-instructeur zegt in contacten met collega’s geschikte momenten af te wachten. „Ik ben geen moraal­ridder, die bij elke knoop met een opgeheven vingertje klaarstaat. Het werkt niet om er als een bok op een haverkist bovenop te springen. Maar als het kan, spreek ik iemand aan op zijn taalgebruik: Joh, moet dat zo?” Belangrijk is dat een christen authentiek is, stelt de marinier, behorend tot de PKN. „Je moet je niet mooier voordoen dan je bent. Collega’s prikken er dwars doorheen als je niet echt bent.”

Getuigen kan volgens hem met eenvoudige middelen. „We hebben als gezin pas een kaartje gestuurd naar een collega, wiens vrouw ernstig ziek is: „Wij denken aan jullie en bidden voor jullie.” De volgende dag stond die vent aan mijn bureau, met tranen in z’n ogen. „Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt”, zei hij. Nou, hoe simpel wil je het hebben? Getuigen zit niet altijd in grote dingen.” Ook tijdens woon-werkverkeer heeft hij soms goede gesprekken met collega’s. Van hart tot hart. „Zuiver tot op het bot.”

Voor sommigen staat de krijgsmacht echter zo ongeveer gelijk aan Sodom en Gomorra, met al z’n uitspattingen. Gerwin ontkent niet dat er misstanden voorkomen onder militairen. „Maar is dat onder vracht­wagenchauffeurs of kantoorpersoneel anders? En, laten we eerlijk zijn: Is er soms in de kerk ook niet van alles mis? Hoeveel gaat er altijd van kerkmensen uit?”

De situatie binnen de krijgsmacht is volgens hem verbeterd door de omschakeling van een leger van dienstplichtigen naar beroeps. Bovendien geeft de krijgsmacht militairen de nodige morele waarden mee. „Eerlijkheid. Rechtvaardigheid. En loyaliteit. Met een hoofdletter.”

Kansen

Critici moeten daarom volgens hem niet alleen kijken naar wat er in het leger niet goed gaat. „We moeten ook kijken naar de mogelijkheden, naar de kansen. Van de aanwezigheid van christenen in de krijgsmacht kan zonder meer een evangeliserende werking uitgaan.”

„Belangrijk vind ik, vanuit de kerk gezien, het drieluik geloof, hoop en liefde. Buitenstaanders zien eerst, als het goed is, de liefde, de collegialiteit, het écht klaarstaan voor een ander. Van daaruit kan er hoop, en wellicht geloof, ontkiemen.”


serie
Mee met Marsof

Terreur houdt Europa in z’n greep. Deze krant biedt een unieke blik achter de schermen van Marsof, dat onder andere de zwaarste antiterreureenheid van Nederland kent. Woensdag deel 10.


Legerpredikant kent zwijgplicht

De krijgsmacht kent een kleine 
140 geestelijk verzorgers (gv’ers). Leger­predikanten, rabbijnen, pandits, imams en humanistische raadslieden kennen geen rang, maar zijn „in rang gelijkgesteld aan”, zoals dat officieel heet.

Ds. Gert Pennekamp (PKN) –in rang gelijkgesteld aan die van majoor– loopt rond met een kruisje op zijn camouflagepak. „Ik hecht meer waarde aan mijn kruisje dan aan mijn militaire strepen”, zegt de predikant, werkzaam onder de elitemilitairen van het Korps Mariniers. „Die strepen zijn alleen van belang voor het eind van de maand, voor de salarisstrook.”

De spraakzame legerpredikant staat klaar voor iedereen. Voor een praatje ‘pot’ tot diepzinnige gesprekken. Elke gv’er kent echter ook een zwijgplicht, benadrukt de pastor op de Truppen­übungsplatz in Wildflecken, een militair oefenterrein in Duitsland. „Kun je dan nu een poosje je mond houden?” grapt Marsof-instructeur Gerwin. De predikant lacht hartelijk mee.

This entry was posted in NL and tagged by News4Me. Bookmark the permalink.

About News4Me

Globe-informer on Argentinian, Bahraini, Bavarian, Bosnian, Briton, Cantonese, Catalan, Chilean, Congolese, Croat, Ethiopian, Finnish, Flemish, German, Hungarian, Icelandic, Indian, Irish, Israeli, Jordanian, Javanese, Kiwi, Kurd, Kurdish, Malawian, Malay, Malaysian, Mauritian, Mongolian, Mozambican, Nepali, Nigerian, Paki, Palestinian, Papuan, Senegalese, Sicilian, Singaporean, Slovenian, South African, Syrian, Tanzanian, Texan, Tibetan, Ukrainian, Valencian, Venetian, and Venezuelan news

Leave a Reply